Boerderij bewoont van 1792 tot 1843 door Houwe Jans Reininga, zoon van Jan Caspers. In 1802 is Houwe Jans eigenaar geworden voor ƒ11.673,00. Zijn dochter Trijntje Houwes neemt de boerderij over van 1843 tot 1866 met haar man Jan Jans Einjes, weduwenaar van haar zuster Elizabeth Houwes. Deze boerderij bestaat nog.
(Bron: boerderijen en hun bewoners)
Boerderij in “de Bult”. Een gehucht tussen Oude Schans en Bellingwolde. Was in het bezit van Jan Houwes Reininga, (zoon van Houwe Jans), en zijn vrouw Grietje Addes de Boer. Zijn beide vrijgezelle zoons, Pieter en Ailko namen de boerderij over. Grietje Addes de Boer moet een werkzame vrouw zijn geweest, want op haar grafsteen liet hij beitelen: Werken was haar lust en leven, weder zien haar hoop.
(Grafsteen gevonden in Bellingwolde)
Ingaande Petri 1748, kocht Jan Caspers van raadsheer L.Emmen deze boerderij. Zijn zoon, Kasper Jans, neemt in 1789 de boerderij over, en huwt in 1796 op 48 jarige leeftijd met Trijntje Tjarks Heeres oud 26 jaar. Als Kasper Jans in 1809 overlijdt, trouwt zijn weduwe met Jan Stoffers Froon die de boerderij voortzet.
Deze boerderij bestaat niet meer.
Boerderij “t Wad”, bewoont door Jan Caspers van 1789 tot 1812. Volgens de verzegeling te Scheemda 8-1-1789 verkochten de erven de Muinck voor 294 guldens aan Jan Caspers. “De meier zal verplicht zijn het land naar landrecht te gebruiken en jaarlijks een putte turf te graven, niet breder als 13 voeten en ’t uit gegravene behoorlijk te sligten en naar de proportie van de rogge bouwte aan te leggen. Zijn broer Ties die er dan woont, gaat met de overdracht akkoord.
Deze boerderij bestaat nog.
Kasper Reininga, geboren op 28 september 1874 te Winschoten. Jongste zoon van Reinder Reininga en Anje van Zweden. Huwt op 5 januari 1893 te Winschoten met Anna Maria Sikkema. Bij het huwelijk waren als voogd: Gerben Slof en als toeziend voogd: Jan de Jonge. Kasper was opperman. Hij overleed op 21 februari 1951 te Winschoten.
( Met dank aan zijn kleinzoon Kasper Reininga)
Anna Maria Sikkema. Geboren op 18 februari 1802 te Oude Pekela. Dochter van Harmina Sikkema. Vader wordt niet genoemd. Bij het huwelijk was als voogd: IJme Sikkema. Op de foto met haar tweeling dochters Anna Maria en Engeltje. Anna Maria overleed op 8 oktober 1932 te Winschoten.
Beerta. Een klein dorp tussen Winschoten en Nieuwe Schans. 8 km van de Duitse grens. Een kleine gemeenschap van ongeveer 1500 inwoners. Moet reeds bestaan hebben in de 15 tiende eeuw. De kerk te Beerta is namelijk van 1506 en opgebouwd uit kloostermoppen van het klooster te Ulsda. In deze kerk huwden op 2 mei 1717 Casper Jans en Elle Jans. De stamvader en moeder van de familie Reininga. Beerta lag vroeger aan de Dollard.
Het dorp Beerta bezat in die tijd drie molens. Een daarvan was van Jan Jans Einjes. Boekweit molenaar en gehuwd met Elizabeth Houwes Reininga. Tevens was er in het dorp nog een bierbrouwerij en moet er nog een kleine burcht hebben gestaan. Na het overlijden van Elizabeth, huwde hij in 1843 haar zuster Trijntje Houwes Reininga en gingen op de boerderij van haar vader wonen.
In 1811 moest een ieder een achternaam aannemen. Daarvoor gebruikte men een patroniem (Een patroniem is een naam die is afgeleid van de naam van de vader. Dus als een kind genaamd Harm een vader heeft die Jan heet, werd het dikwijls Harm Jans genoemd. De toevoeging Jans is dan het patroniem. Zo komen we dus bij Kasper Jans en Jan Kaspers. Of Houwe Jans zijn dochter heette dan Elizabeth Houwes.
Geboorte akte van Kasper de stamvader van de familie Reininga. In de akte staat dat hij eigenlijk in Finsterwolde is geboren. Maar zijn moeder liet hem op 14 december 1677 dopen in Beerta. De vader was niet bekend. Wou de pastoor hem daarom niet dopen in Finsterwolde? Of schaamde ze zich en ging ze daarom naar Beerta?
Harm Reininga. Geboren op 7 februari 1857 te Westerlee. Zoon van Geert Jans Reininga en Siementje Raven(s)burg. Huwde op 22 mei 1854 te Scheemda met Grietje Zuurke. Grietje overleed in 1906 en Harm huwde in 1913 nogmaals met Hilke Bettenbroek. Harm overleed op 7 september 1932 te Westerlee en werd bij zijn eerste vrouw begraven.
(Grafsteen gevonden te Westerlee).
Epko Reininga. Jongste zoon van Harm Reininga en Grietje Zuurke. Geboren op 5 september 1905 te Heiligerlee.
Herman (Harm) Reininga, geboren 10-08-1861 te Stadskanaal, zoon van Hindrik Reininga en Grietje Rosenboom. Net als zijn vader was hij timmerman, maar hij wilde meer. Emigreerde in 1882 naar Amerika en bouwde daar een imperium op. Zoals een courant: The Oak Parker van 26 april 1919 beschreef: waren veel markerende gebouwen van zijn hand. In 1911 bezocht hij nogmaals Nederland, waarschijnlijk omdat zijn vader ziek was.(Deze overleed op 24-08-1911) Herman kwam op 19-06-1911 weer aan op Ellis Island met de ss. Rotterdam.
Herman is de grondlegger van de Amerikaanse tak Reininga in Amerika.
De ss”Amsterdam”. Met dit schip kwamen Jan Reininga, geboren 21-03-1878 te Nieuweschans, en zijn gezin, Jacoba Rand en hun vier kinderen, op 27 maart 1912 aan op Ellis Island te Amerika om zich hier te vestigen een een nieuw leven op te bouwen. In Amerika werden nog twee kinderen geboren, Alice Reininga en Herman Reininga.
Vol trots wijst de Amerikaan Perry Foster Reininga (Pete) op het naambordje Reininga. Samen met zijn vrouw Betty Ann, zijn zuster Alice Ann en zwager John Herman was hij op zoek naar zijn roots in Oost Groningen. Eindelijk had hij in mei 1984 er een gevonden. V.l.n.r. Pete, zijn zuster Alice Ann, achter mijn jongste dochter Paula, mijn vrouw Jantje Weber en ik zelf.
Allen 38 jaar jonger anno 2022.